Ik ben Sarah (46 jaar) en ik maak een carrièreswitch binnen Amaris: van HR adviseur naar leerling Verpleegkundige in de ouderenzorg met als doel Verpleegkundige worden. Elke maand neem ik jullie mee in mijn nieuwe werkleven. Ik deel grappige momenten, mooie ontmoetingen, verdrietige gebeurtenissen en de dilemma’s die ik tegenkom.
Blog 5
Elke dag maak ik in mijn opleiding Verpleegkunde van alles mee: mooie momenten, bijzondere gesprekken, maar ook situaties die me aan het denken zetten. In de zorg kom je heel dichtbij mensen, soms letterlijk, en ontvang je bijzondere opmerkingen en vragen. Dat roept nieuwe gedachten op. Waar ligt eigenlijk de grens? Ik merk dat dit onderwerp vaak terugkom, niet alleen in de zorg maar overal. Want gelden dezelfde grenzen in de zorg, in de sportschool of op straat?
Mag een bewoner met dementie mij vragen van onder eens goed te wassen? Kan ik tegen mijn sportmaatje zeggen dat hij een lekker kontje heeft? Mag een bewoonster hard op mij inlopen met haar rollator?
In mijn blog deel ik een aantal situaties die ik heb meegemaakt en hoe ik daarmee omga. Want één ding is zeker: het vraagt steeds weer om professionaliteit, reflectie en het durven aangeven waar mijn grenzen liggen, met respect voor de ander.
Wanneer woorden je verrassen
Stel je voor: iemand vraagt je zomaar uit het niets of je vandaag nog “de liefde hebt bedreven” en dan ook nog eens in vrij expliciete bewoording. Toen een bewoonster met dementie mij die vraag stelde, wist ik even niet goed wat ik moest zeggen. In de context van haar ziekte besefte ik al snel dat dit gewoon iets is wat kan gebeuren. Bij bewoners met dementie beoordelen we zulke uitspraken niet als goed of fout, maar reageren we professioneel. We geven rustig aan wanneer iets voor ons persoonlijk te ver gaat en bewaken zo onze eigen grenzen, met begrip voor de ander.
Bed testen
Context is alles bepalend! De vraag: “samen het bed uit te testen” lijkt zeer ongepast. In de situatie die zich voordeed, was het alleen grappig. De bewoner die soms dagen in zijn bed doorbrengt, had ik overgehaald om er uit te komen. Hij was gewassen en ‘aangekleed’, deze specifieke dag was het een schone pyjama i.p.v. kleding. Ik zei iets in de trant van: “Jij bent nu lekker helemaal schoon, dan is nu het bed aan de beurt”. We hebben samen het bed afgehaald en weer opgemaakt. Let wel, samen een bed opmaken duurt dan zeker 15 minuten. In de tussentijd waren we aan het kletsen over soorten kussens, matrassen en dekens. We hebben samen het schone beddengoed gehaald. “Nee, niets meer erbij!”, riep de bewoner toen ik het dekbed gaf en hem ook het laken wilde aangeven.
Samen hebben we het bed opgemaakt en de bewoner vraagt: “En nu?”. Ik antwoord dat als hij wil, hij mag gaan liggen en voeg er aan toe: “Dan kunt u beoordelen of we het goed hebben opgemaakt.” Waarop hij met een ondeugende lach zei: “Nee, om het bed te testen moeten we samen een nummertje maken!” Ik geeft hem gelijk dat het een goede manier is om het bed te testen, maar dat wij dat niet samen gaan doen. We lachen samen.
Ik houd van jouw
Mag een vrouw wel zeggen: ‘Ik houd van jou’ en een mannelijke bewoner niet? En wat mogen bewoners eigenlijk nog meer wel of niet zeggen?
Mogen – ja, dat woord gebruik ik bewust. In de onze samenleving mogen we het e.e.a. van elkaar verwachten. Maar de bewoners met dementie? Zij mogen in deze laatste fase van hun leven vooral zichzelf zijn. En dat betekent soms ook ongeremd gedrag.
Ik voel me ongemakkelijk als een mannelijk bewoner herhaaldelijk aangeeft mij lief te vinden. Tijdens het verlenen van de zorg vind ik de “ik houd van u” van de vrouwelijke bewoonster ook ongemakkelijk. Reflecterend realiseer ik mij dat ik aan deze woorden andere waarde hecht dan deze bewoners. Dus het is helemaal okay.
Ik werk en leer op een kleinschalige zorglocatie en dat is een mini samenleving. Dus wat zich daar afspeelt ervaren wij ook. De context is zo bepalend voor wat wel of niet als grensoverschrijdend wordt ervaren. Met respect voor de bewoners geven wij onze grenzen aan, met name als er sprake is van agressie.
Lekker kontje
Toen een bewoner tegen mij zei: “Lekker kontje!”, gaf ik aan dat ik dat ongepast vond. Toch hoor ik mezelf een paar weken later iets soortgelijks zeggen tegen mijn mannelijke sportmaatje. Tijdens de squats roep ik: “Goed je billen aanspannen bij het omhoogkomen!” en grap dat ik de gebruikelijke setting mis, met twee mannelijke sportmaatjes voor me. Hij lacht en zegt dat er blijkbaar ook onder vrouwen een pact is om naar mannenbillen te kijken. We lachen samen en trainen verder.
Maar het moment blijft hangen. Wanneer is iets ongepast? En wanneer gewoon humor tussen mensen die elkaar kennen? De grens is dun en de context bepaalt alles.
Blijf met elkaar in gesprek! Geef aan welke grap/opmerking okay voelt en welke niet.
Mooie dag,
Sarah Bos
Ben je geïnspireerd door het verhaal van onze collega en benieuwd naar jouw mogelijkheden om te werken bij Amaris?
Neem gerust contact op met één van onze recruiters voor een vrijblijvende kennismaking. Samen verkennen we graag hoe jouw talent kan bijdragen aan onze zorg.
Wil je liever zelf alvast ontdekken welke mogelijkheden er zijn? Bekijk dan onze vacatures en vind de plek die bij jou past.